‘Je leert het pas in de praktijk.’ Die uitspraak heb je vast al eens gehoord. Maar hoe kom je dan te weten of een vakgebied iets voor je is, voordat je een belangrijke studiekeuze maakt? “Door het te ervaren”, is het antwoord van Sander Goedee, docent bewegingsonderwijs.
Sander werkt op het Nehalennia in Middelburg. Een school waar ze praktijkgericht onderwijs stimuleren. “We doen bijvoorbeeld mee aan de pilot Havo-E”, begint Sander. “Leerlingen kunnen dit extra vak kiezen in de bovenbouw van de Havo. Van oudsher kent dit niveau maar weinig praktijkonderwijs, maar het is juist waardevol om kennis te maken met bepaalde vakgebieden.”
Hoe belangrijk dat is? Heel belangrijk, vindt Sander. “Leerlingen kiezen toch de vakken die ze het leukst vinden of waar ze goed in zijn. Maar vraag aan een klas van dertig leerlingen welke opleiding ze willen gaan doen en wat ze willen worden; dan zijn er maar vier of vijf die dat weten. Daarom is het superwaardevol om hen kennis te laten maken met verschillende branches en functies.”
Dat vindt niet alleen Sander, dat vinden de leerlingen van Havo-E ook. “Vooral de stages vinden ze leuk. Ze krijgen dan echt een kijkje in de keuken waar ze straks misschien terechtkomen. En ze zien de mogelijkheden. Zo was er een leerling die het basisonderwijs in wilde, maar na een stage haar hart aan het speciaal onderwijs verloor. En een leerling die toch niet voor de klas wilde gaan staan, maar wel enthousiast werd van leerlingbegeleiding. Dat ontdekken, is waar het allemaal om draait.”
Waar draait het bij Sander eigenlijk allemaal om? “De leerlingen. Daar geniet ik het meest van, zowel de ‘leuke’ als de ‘vervelende’, want gedrag komt ergens vandaan en dan is het interessant om te kijken aan welke knopjes je kunt draaien om zo’n leerling te helpen. Dat is ook waar mijn vak, bewegingsonderwijs, om draait. Sport is het middel, niet het doel.”
Het doel van Sander is dan ook niet alleen lesgeven. “Lesgeven is wel het grootste onderdeel van mijn werk, maar ik haal daarnaast veel energie uit andere werkzaamheden. Ik vind het bijvoorbeeld ook superleuk om een sportweek te organiseren, collega’s mee te nemen in vitaliteit en bijvoorbeeld de pilot Havo-E te coördineren. Het geeft een extra dimensie aan mijn werk. Als je wilt, is het onderwijs dus heel divers.”
Die diversiteit ervaren leerlingen van Havo-E nu ook in de praktijk. “Ze leren dat educatie op school gebeurt, op allerlei niveaus, maar ook in de bibliotheek, het museum, op de sportvereniging, de muziekschool en in de zorg. En ze leren wat er allemaal bij komt kijken en wat je ervoor moet kunnen. Ik merk dat ze hierdoor veel volwassener en bewuster nadenken over hun toekomst. Het stipje op de horizon gaat meer leven. Dat is echt gaaf om te zien.”