“Ik leg graag dingen uit.” Dit was voor Koen Koutstaal, decaan en docent scheikunde, jaren geleden dé reden om voor het onderwijs te kiezen. En dat is het nu nog, ook al is de wereld wel een beetje veranderd.
Koen verhuisde van België naar Nederland en kwam als leerling in de vierde klas van het middelbaar onderwijs terecht. “Ik merkte toen direct een groot verschil met het Belgisch onderwijs. In Nederland was er minder afstand en vond ik het aangenamer. Daar is, denk ik, mijn enthousiasme voor het onderwijs ontstaan.”
Ook het zien van voortgang bij leerlingen is waar Koen blij van wordt. “Dat geldt bij de leerlingen van het voortgezet onderwijs, maar zeker ook bij de studenten van het volwassenen onderwijs. Ik geef namelijk ook les op het VAVO, aan (jong)volwassen mensen die om verschillende redenen daar scheikunde volgen. Profielverbreding bijvoorbeeld of het inhalen van een vak dat ze niet gehaald hebben. Het is een leuke uitdaging om al deze verschillende studenten naar een hoger plan te tillen.”
Laat ons maar bezig
Uitdagingen komt Koen ook zelf nog wel eens tegen. “Ik loop er wel eens tegenaan dat alles steeds moet veranderen. Dan ben je net iets aan het opbouwen, moet het toch weer anders. Of dan komt er beleid voor dingen die je al lang doet, maar nu moet gaan vastleggen. Differentiëren bijvoorbeeld. Dan denk ik wel eens: laat docenten maar bezig. Ze weten wat ze doen.”
Meer aandacht dan vroeger
Wat wel heel goed is aan deze tijd, vindt Koen, is de zorg voor leerlingen. “Er is veel meer aandacht voor problematieken dan vroeger. Kijk bijvoorbeeld naar dyslectici en jongeren met autisme. Ik vind het goed dat daar nu meer openlijk over gepraat kan worden en er ondersteuning voor is. En het mentorschap heeft ook veel meer inhoud gekregen. Zo help je jongeren tegenwoordig bijvoorbeeld ook op het gebied van zelfstandigheid en doorzettingsvermogen.”
Welbespraakte generatie
Dat is ook wel een beetje nodig bij deze generatie, merkt Koen. “Generatie Z is een wat coulantere opvoeding gewend, waardoor ze misschien sneller druk ervaren. Vroeger hadden leerlingen ook wel examenstress, maar daar werd dan wat strenger mee omgegaan. Wat ik wel heel positief vind aan deze generatie, is hun welbespraaktheid. Ze kunnen en durven dingen beter onder woorden te brengen. Dus het komt wel goed hoor, met ze.”