“Stilstand is funest.” Met die overtuiging blijft Guinevere de Bruine zich als docent Engels ontwikkelen en werkt ze ook aan ontwikkelingen in het onderwijs. Een sector waar niet alleen haar hart ligt, maar welke doorspekt is in haar hele DNA.
“Er zijn heel veel interessante nieuwe schoolconcepten”, ziet Guinevere (spreek uit: gwinnûvûr). “Laatst ben ik nog bij een ALASCA-school gaan kijken, superinteressant. Maar is het lastig om daar als school écht volop mee aan de slag te gaan. Terwijl je iets nieuws uitprobeert, moet je namelijk wel blijven voldoen aan bepaalde kerndoelen en eindexamenresultaten. Je moet toch mee door dat hoepeltje. Dat vind ik wel eens jammer.”
Op kleinere schaal voert Guinevere wel haar eigen vernieuwingen door in de havo- en vwo-3-klassen die ze op het Nehalennia lesgeeft. “Ik ben steeds meer bezig met formatief werken. Daarbij leg je de focus meer op het individuele leerproces. Het einddoel voor alle leerlingen is gelijk: overgaan naar havo/vwo 4, maar hoe iedere leerling daar komt, is verschillend. In deze onderwijsmethode kijk je vooral naar wat een leerling nodig heeft om verder te komen.”
Die methodiek past goed bij de generatie van nu, merkt Guinevere. “De jeugd heeft tegenwoordig een relatief korte spanningsboog. Lessen van vijftig minuten oreren, gaat ‘m echt niet meer worden. Je kunt je natuurlijk afvragen of dat ooit een goed idee is geweest. Maar bij deze generatie moet je sowieso meer variatie in je lessen aanbrengen en zorgen dat leerlingen zelf actief aan de slag gaan.”
Actief is Guinevere zelf ook. Ze is niet alleen docent Engels, maar ook schoolopleider, mentorcoach en introductiecoach. “Ik merkte dat ik het leuk vind om anderen enthousiast te maken of houden voor het onderwijs. Dat kan ik vanuit deze rollen. Ik help startende docenten en zij-instromers op weg en voer gesprekken met bestaande docenten over ontwikkelen in het onderwijs.”
Guinevere geeft sinds kort ook les aan Havo-E. “Dat is een speciaal programma voor leerlingen die misschien later iets met educatie willen gaan doen. Verder ben ik betrokken bij de Zeeuwse Onderwijsregio. Ik vind het inspirerend om als docent, met de voetjes in de klei, op Zeeuws niveau mee te denken over het aanpakken van het lerarentekort.”
Dat tekort vormt een van de grootste uitdagingen voor het onderwijs. “Het komt deels door een verkeerd beeld wat mensen bij het onderwijs hebben en voorgeschoteld krijgen. Gisteren hoorde ik het nog in het nieuws: er moet geld bij voor leraren. Maar volgens mij zit het ‘m daar niet in. Als leraar heb je gewoon een goed betaalde baan, echt, plus natuurlijk veel vakantiedagen.”
Guinevere ontkent niet dat het soms ook een pittige baan kan zijn. “Tuurlijk. Op kantoor kun je misschien ongestoord een offday hebben, maar in het onderwijs staan er dertig stuiterballen voor je neus die feilloos aanvoelen hoe jij in je vel zit. Dat is tegelijk juist ook het leuke van het onderwijs: de dynamiek van de leerlingen.”
Misschien is Guinevere wel wat bevooroordeeld... “Ik ben genetisch belast met onderwijs-DNA. Mijn vader en opa werkten ook in het onderwijs. Eerst dacht ik een andere kant op te gaan en ging HEAO studeren. Daar vond ik niet veel aan. Dus ging ik toch maar eens naar een lerarenopleiding kijken. Ik kan me dat moment nog goed herinneren, dat ik daar zat en dacht: ja, dit is het! Het gen zit ook in mijn dochter. Die is derdejaars student Nederlands aan de lerarenopleiding.”
Na 27 jaar voor de klas geniet Guinevere nog iedere dag. “Ik blijf het na al die tijd leuk vinden. Je kunt echt iets bijdragen aan de maatschappij, dat vind ik belangrijk. En weetje, zo vervelend zijn pubers niet. Ik geef Engels aan voornamelijk havo en vwo 3 en vind dat een ontzettend leuke groep. Als ik nu een carrièrekeuze zou moeten maken, zou ik opnieuw voor het onderwijs kiezen, absoluut.”