Soms weet je het al van jongs af aan: dit wil ik later worden! Dat had Daphne van Driessche ook. Zij werd later, als ze groot was, kleuterjuf. Nou, ver zat ze er niet naast, want ze is inderdaad juf geworden, maar dan op het voortgezet onderwijs.
Kleuterjuf of docent natuur- en scheikunde, het is Daphne om het even. “Voor mij draait het toch vooral om contact met de kinderen.” Maar wat maakt dat dan zo leuk? “Poeh... ja jeetje, ik weet het niet. Het zit ‘m gewoon in heel kleine dingen. Dat ik bijvoorbeeld laat uit een andere les kom en net op tijd aankom bij de volgende en dat je dan op die gezichten een lichte teleurstelling ziet van ‘oh, ze is er toch, we hebben geen uur vrij...’ en dat ik dan zeg: Oh, jongens, ik ben ook zó blij om jullie weer te zien! Dat soort momentjes, dat je met ze kunt lachen, is waar ik van geniet.”
Altijd en overal
Tegelijkertijd wil Daphne de leerlingen ook zeker wat bijleren. “Op vakdidactisch gebied wil ik ze laten zien dat natuur- en scheikunde altijd en overal om je heen zijn. Elk materiaal is van een stof gemaakt en achter elke beweging zitten krachten. Die kennis is in de praktijk voor veel beroepen waardevol. Daarnaast wil ik ze ook op pedagogisch gebied verder helpen. Bijvoorbeeld met vaardigheden als op tijd komen en net taalgebruik. Dat is in de maatschappij ook belangrijk.”
Mijn Gen-Z
Over de maatschappij gesproken: hoezeer is generatie Z, waar Daphne ook zelf toe behoort, hier eigenlijk klaar voor? “Dat kan ik natuurlijk moeilijk zeggen, ik heb geen vergelijkingsmateriaal van vorige generaties. Wat je hoort is dat mijn generatie meer gericht is op online tools en samenwerken, waardoor ze minder goed zelfstandig kunnen leren. Daar houd ik in mijn lessen wel rekening mee. Wanneer we aan een opdracht gaan werken, moeten ze dat de eerste x aantal minuten in stilte doen, pas daarna mogen ze onderling overleggen. Op die manier leren ze dus zelfstandig werken. En als ik dan bij de toets of het huiswerk zie dat ze dingen hebben opgepikt, dan heb ik echt het gevoel van: Yes!!”