Ralph

Hobby’s: tennissen, fietsen en af en toe een partijtje voetbal | voetbaltrainer | woont in Middelburg | 42 jaar | meester van groep 6/7 | IKC Kloetinge | Kloetinge | werkte veertien jaar in het middelbaar onderwijs

Terug naar het basisonderwijs

Als geboren en getogen Zeeuws-Vlaming is het niet gek dat ik lesgeef in Zeeland. Ondanks dat ik tijdens mijn studie een uitstapje maakte naar Brabant. Ik wist altijd al dat ik toch weer terug naar Zeeland zou komen. Ik ben opgegroeid in Zaamslag en heb tot 2017 in Terneuzen gewoond. Toen besloot ik om naar ‘de overkant’ te gaan naar Middelburg.

Ik ben nu 42 jaar en heb tijdens mijn carrière als docent al op meerdere scholen gewerkt. Van het Zeldenrust en Scalda in Terneuzen tot het Zwincollege in Oostburg. Ook heb ik nog een tijdje in Hoogerheide gewerkt, maar ik besloot toch snel weer les te komen geven in Zeeland.

Veertien jaar lang werkte ik in het middelbaar onderwijs waar ik Nederlands gaf. De meeste mensen maken de stap van basis- naar middelbaar onderwijs en blijven daar ook. Toch besloot ik terug te gaan naar het basisonderwijs. Toen ik ging solliciteren bij basisscholen hadden veel van hen vraagtekens bij deze stap, zeker na al die jaren in het middelbaar onderwijs. Nu werk ik op een basisschool in Kloetinge en sta ik voor groep 6/7, een enorm leuke leeftijd!

Een reden voor mij om terug te gaan naar het basisonderwijs, is dat je de hele dag voor dezelfde klas staat. Zo kun je de leerlingen beter leren kennen. Plus je geeft ook verschillende vakken in plaats van maar één vak. Dit maakt het heel divers. Ik heb dus zeker geen spijt van deze stap.

Het was wel even wennen in het begin, want je moet jezelf weer verdiepen in de stof. Dit maakt het juist zo leuk! Je probeert als meester niet alleen je leerlingen beter te maken, maar je wilt als leerkracht ook altijd zelf beter worden en blijven ontwikkelen. Want ook meesters maken soms fouten. Je leert elke dag bij of dit nu gaat om de leerlingen, collega’s of ouders.

 

Een zware maar leerzame periode

Een periode waarin ik elke dag bij heb geleerd was de ‘coronaperiode’. De coronaperiode kwam bij onze school op een moment dat wij net twee weken in ons nieuwe gebouw zaten. Ik heb deze periode wel als zwaar ervaren. Je zorgt er als leerkracht tenslotte voor dat de kinderen toch hun werk kunnen doen; linksom of rechtsom. Je gaat op zoek naar allerlei tools en mogelijkheden om je lessen digitaal klaar te zetten voor de kinderen. Alles wordt individueel nagekeken en dus krijgen ze veel meer feedback dan dat mogelijk is in de klas. Daar steek je best wel veel tijd in, maar dat moet je gewoon over hebben voor je leerlingen. Ze worden daar tenslotte niet slechter van.

Het was fijn om te merken dat veel leerlingen hulp kregen van hun ouders, daar zijn we heel blij mee! Je merkte echter wel toen de kinderen weer naar school mochten, dat sommigen het lastig vonden dat ze minder individuele hulp konden krijgen. Toch hebben we dat goed op kunnen pakken, omdat we lesgaven aan halve klassen. Normaal telt mijn klas 28 kinderen, nu zaten er per dagdeel 14 in de klas. Dit geeft meer ruimte voor die individuele feedback. Je kunt zo veel gerichter aan de slag. De digitale tools zetten we daarom nog steeds in. Het is fijn dat je instructiefilmpjes kunt opnemen en delen met je leerlingen, zodat leerlingen die bepaalde stof lastiger vinden dit kunnen terugkijken, dit kan in het lokaal natuurlijk niet. Een voordeel van deze periode is dat we al deze digitale leermiddelen weer in kunnen zetten in het nieuwe schooljaar.

Het afstandsonderwijs heeft ons meegegeven dat we middels digitale tools leerlingen veel meer op maat werk kunnen geven. Vanaf komend schooljaar gaan we daarom met units werken, waarin de meester of juf van klas wisselt. We gaan dit om te beginnen doen met groep 6/7/8, zodat de leerlingen op niveau vakken kunnen volgen. Zo kan een kind in groep 6 wat heel goed kan rekenen bijvoorbeeld samenzitten met een kind uit groep 8 voor dit vak. Zo kunnen we het leren anders organiseren. Als je daar naartoe kan als school, kun je elk kind op maat onderwijs geven en dat is een mooi toekomstbeeld. Het begin is er in ieder geval!

Elke dag met plezier naar mijn werk

Elke school en elke leerkracht heeft zijn eigen identiteit, maar uiteindelijk maakt het allemaal niet zo’n verschil denk ik. Hoe je lesmateriaal aanbiedt heeft vooral te maken met wat bij jou past als juf of meester. Hoe dan ook, we doen het met 1 doel: kinderen helpen in hun ontwikkeling.

Ik ga elke dag met plezier naar mijn werk en hoop dat plezier over te brengen op de kinderen, zodat zij met plezier naar school komen. Je zult dan ook zien dat de resultaten verbeteren. Ik kreeg bijvoorbeeld eind dit schooljaar (2019-2020) een kaartje van een ouder van een leerling die zei dat de kinderen veel vooruit waren gegaan. Dat is natuurlijk altijd leuk om te horen! Deze leerling had ook één uitspraak van mij onthouden: “Het maakt me geen reet uit hoe je het doet, als je het maar op jouw manier doet.” En zo is het uiteindelijk ook. Je kunt iets oplossen op manier A of manier B, maar je kiest toch altijd de manier die het beste bij jou past. En dan maakt het geen ‘reet uit’ welke som het is, als je het maar op jouw manier oplost. Je geeft de kinderen de kans om zichzelf te ontwikkelen op een manier die het beste bij hen past.

Ik ben toevallig in het onderwijs gerold, want ik had nooit gedacht in het onderwijs te gaan werken. Maar ik heb er nooit spijt van gekregen. Het onderwijs is echt mijn passie. Op termijn zou ik me willen richten op een loopbaan als schoolleider. Waarom? Ik denk dat je altijd als school mee moet gaan met innovaties en denk dat daar nog veel winst valt te behalen. Het onderwijs zal blijven ontwikkelen, dus je moet met de tijd mee. Stilstaan is geen optie. Hiervoor heb je ook een sterk team nodig die hierin met jou samenwerkt. Het lijkt mij een mooie uitdaging om hierin iets te betekenen.

Mijn tip:

Laat de docent de docent zijn en het kind kind zijn. Heb respect voor elkaar. Dat zeg ik omdat ik hoop dat mensen deze afgelopen maanden hebben ingezien hoe lastig het is voor meesters en juffen om zoveel kinderen voldoende aandacht te geven. Wij willen uiteindelijk het beste voor de kinderen. Je probeert alles eruit te halen wat erin zit en we denken daarbij graag in oplossingen. We zullen ons altijd inzetten voor de ontwikkeling van de kinderen. Dat maakt het docent zijn juist zo mooi.