Het afgelopen coronajaar is er veel gebeurd, maar Jenneke is en blijft positief. Ook over het online lesgeven. “Ik spreek niet graag over ‘een opgelopen achterstand’. Kinderen staan waar ze staan en ze leren van iedere situatie. Ik hoef ook niet zo nodig het boek uit te hebben aan het eind van het schooljaar. Ik kijk liever waar een kind is gebleven en hoe we van daaruit verder kunnen. Het scheelt misschien dat ik ze drie jaar achter elkaar heb, dus dat boek komt dan nog wel. En er zijn kinderen die juist hele sprongen hebben gemaakt. Ze hebben ook andere dingen gedaan, zoals wat gebakken met pappa en mamma. Leer je ook heel veel van!”
Al direct tijdens de eerste corona-lockdown zodra de scholen sloten, gaf Jenneke online les. Zelf zegt ze daar over: “Ik ben meteen gaan nadenken hoe ik les zou kunnen geven zodra er sprake van was dat de scholen zouden sluiten. Veel mensen dachten dat het voor de kinderen een probleem zou zijn, maar zij zijn online en digitaal vaardiger dan wij dus dat was het helemaal niet. En op school hadden we net geïnvesteerd in Chromebooks. Daardoor was het snel geregeld dat alle kinderen die niet zelf de beschikking hadden over een laptop of computer er eentje konden lenen. Dat was wel een groot voordeel. Zeker omdat iedereen ineens thuis moest werken. De meeste gezinnen hebben natuurlijk niet 3 of meer laptops liggen.”
Jenneke is zelf overigens ook niet onhandig met digitale middelen. “Ik geef les aan groep 6, 7 en 8. Ik kan ze niet tegelijk instructie geven dus ik had al de gewoonte om een groep zelfstandig aan het werk te zetten in de digitale leeromgeving met een zelfgemaakte instructievideo, zodat ik ondertussen een andere groep instructie kan geven. Die werkwijze bleek ook heel handig voor het online lesgeven.”
Trots
“De kinderen deden het zo vlot en toonden zo’n enorme veerkracht. Ze waren ook trots op zichzelf dat ze dat konden. En niet alleen de kinderen van de bovenbouw, ook de kinderen van groep 4 bij ons op school konden het. Die kids zijn er zo veel beter in dan wij. Je moet je programma natuurlijk op de leeftijd afstemmen, maar het is voor alle leeftijdsgroepen goed te doen. Zo startte ik elke ochtend met een spel. Bijvoorbeeld: ‘Wie heeft het eerst twee groene sokken gevonden? Wie heeft als eerste een grassprietje?’ Zo kreeg ik ze even uit hun hoofd en in beweging. Ik vroeg ook een keer: ‘Wie heeft als eerste het lege koffiekopje waar je vader of moeder vanmorgen uit gedronken heeft’.” Jenneke grinnikt: “De meeste ouders konden hier om lachen, maar een paar vonden dat minder geslaagd.”
Jenneke merkte wel dat het handig was als ze ervoor zorgde dat ze via alle kanalen bereikbaar bleef. Sommigen benaderden mij met vragen via e-mail of whatsapp en anderen weer liever via de elektronische leeromgeving. Door de hele dag op alle kanalen bereikbaar te blijven voor de kinderen, kon ik de ouders ook een beetje ontlasten.”
Het is meivakantie als ik Jenneke spreek. De scholen waren net weer een paar weken open na een lockdown vanwege corona. Jenneke vertelt dat ze niet het idee heeft dat de kinderen uit haar klas veel gemist hebben als het om de leerstof gaat. Wel merkt ze dat de groep zich opnieuw moet ‘setten’. “Ik zie in deze periode eigenlijk hetzelfde als in de periode na de zomervakantie. De kinderen moeten weer aan elkaar wennen en onderling de sociale regels bepalen. Online lesgeven gaat best goed, maar je mist de sociale dynamiek die je normaal in de groep ziet. En het duurde ook wel heel lang. Het was iets van 8 weken, nog langer dan een zomervakantie.”
Na deze meivakantie gaat de klas eerst drie dagen op kamp. Daar kijken ze allemaal heel erg naar uit: “Voor de kinderen is het ook heel goed omdat ze juist dat onderlinge contact zo hebben moeten missen.”
Niet alleen onderling hebben de kinderen dat contact gemist. Ook Jenneke zelf.
“Je signaleert soms wel dat er iets speelt, maar als je online les geeft, kan je het gesprek niet zo makkelijk aan gaan. Voor sommige kinderen is de drempel dan te hoog om het met je te delen. Ik ben dus heel blij dat ik ze weer zie. Gewoon in de klas blijft de beste manier om verbinding met ze te maken. Je ziet wat er leeft, je deelt meer samen.
Maar op digitaal gebied hebben we enorm veel geleerd waar we ook in de toekomst veel plezier van kunnen hebben. Een ontwikkeling die je anders in 50 jaar nog niet gemaakt zou hebben. Als leerkrachten wisselen we de ervaringen en de middelen nu ook veel meer uit. We hebben daarvoor met de andere scholen van onze stichting (Albero) nu ook een platform. Zoals de online instructie. Er is een groep kinderen die met zo’n instructie meteen aan de slag kan, je houdt dan als leerkracht tijd over om te helpen waar dat echt nodig is.
Op de vraag wat Jenneke in de toekomst nog wil gaan doen zegt ze: “Lesgeven vind ik het allerleukste, maar daarnaast wil ik ook graag kinderen in kleinere settingen gaan begeleiden/coachen. Naast mijn baan als leerkracht ben ik ook kindercoach en geef ik Rots & Watertrainingen. Ik vind het juist heel prettig en belangrijk kinderen meer te leren dan alleen de cognitieve vaardigheden. De sociaal-emotionele vaardigheden zijn minstens zo belangrijk en hier kunnen de kinderen de rest van hun leven enorm veel profijt van hebben."