Gewoon doen. Als er één goed advies is voor iedereen die in zijn onderbuik voelt dat het onderwijs wat voor hem zou kunnen zijn, maar twijfelt over de grote carrièreswitch, dan is dat het wel. Tenminste, dat vindt Erik van Klinken. Hij waagde onlangs de sprong.
“Er zijn altijd redenen om iets niet te doen. Maar doe het gewoon en als het niet bevalt, ga je gewoon weer wat anders doen. Het is niet persé een keuze voor de rest van je leven. Pasgeleden ben ik als zij-instromer in het basisonderwijs begonnen. Voor mij voelt dit nu als de juiste keuze en de rest, ach dat wijst de toekomst wel uit.”
De knoop door
Erik maakte de keuze niet van de ene op de andere dag. “Ik wilde al langer het onderwijs in en was jaren geleden wel al eens naar voorlichtingsavonden geweest. Maar het was pas tijdens de reis door Europa, die ik vorig jaar met mijn gezin maakte, dat ik de knoop doorhakte. Tijdens die reis zocht ik al regelmatig contact met Lesgeven in Zeeland en verschillende scholenorganisaties.”
Heel gaaf!
Eenmaal terug in Nederland ging Erik eerst als projectleider ICT aan de slag. “Vanuit die baan kon ik me verder oriënteren. Zo ben ik op verschillende scholen dagjes mee gaan lopen. Die ervaringen bevestigden wat ik al dacht: het onderwijs is heel gaaf!”
Stiekem wist Erik dat wel al een beetje. “Vroeger heb ik veel lesgegeven op de badmintonvereniging. Ik vond het heel leuk om kinderen technieken aan te leren en daarnaast ook aandacht te besteden aan sociale ontwikkeling, individueel en onderling. Verder zijn het vooral de kleine dingetjes tussendoor die ik leuk vind, wat kinderen zeggen en de connecties die ze maken in hun hoofd.”
Zij-instroomtraject
Om zo snel mogelijk zo veel mogelijk voor de klas te kunnen staan, koos Erik voor het zij-instroomtraject. “Daarbij mag je direct, onder begeleiding, voor de klas staan en volg je een versneld opleidingstraject met veel zelfstudie. Dat is anders dan de deeltijdopleiding, waarbij je voornamelijk les krijgt en je er vier jaar over doet. Ik ben over twee jaar al klaar.”
Geen scholier
Om voor dit zij-instroomtraject in aanmerking te komen, moest Erik een geschiktheidsonderzoek doorlopen. “Een rekentoets, portfolio en praktijktoets. Maar dat had ik er graag voor over. Ik sta nu, samen met een collega, vier dagen per week voor de klas. We doen het echt samen. Niet zozeer stagiair/mentor, maar echt als meester en juf van de klas. Dat vind ik ook belangrijk. Ik ben geen scholier, ik ben iemand met veel werk- en levenservaring en dat kan ik meteen in de klas inzetten. Dat is heel fijn.”