De arbeidsmarkt in het onderwijs is de afgelopen jaren veranderd, dat heeft Coen Kaijser aan den lijve ondervonden. ‘Toen ik afstudeerde lagen de banen voor startende leerkrachten echt niet voor het oprapen, maar ik was één van de gelukkigen die een tijdelijke benoeming kreeg voor vijf dagen in de week.’ Ieder jaar dat daarop volgde zat Coen weer in spanning of hij het volgende schooljaar weer kon blijven. ‘Je kan het je nu niet meer voorstellen, maar ik heb vijf jaar op één school gewerkt en elk jaar in onzekerheid gezeten. Helaas was er toen uiteindelijk geen plek meer en moest ik vertrekken.’ Dit bracht wel weer nieuwe kansen met zich mee. ‘Ik kon naast mijn baan bij een andere school de Opleiding Bewegingsonderwijs afronden. Vervolgens kon ik later ook beginnen aan de schoolleiders opleiding. Het motiveren van leerlingen vond én vind ik nog steeds geweldig, maar ik merkte in gesprekken met collega’s dat ik daar ook heel veel energie van kreeg, dit is voor mij een extra uitdaging.’ Na het eerste jaar van de opleiding tot schoolopleider kwam er een vacature vrij bij basisschool De Kreeke in Westdorpe. Coen mocht op gesprek komen en zo begon zijn carrière als directeur.
Eén van de jongste directeuren
Na het behalen van de basisbekwaamheid in het eerste jaar kon Coen al aan de slag als directeur. De vakbekwaamheid volgde toen hij al aan de slag was. ‘Toen ik was begonnen aan de opleiding had ik mijzelf het doel gesteld om rond mijn 30e directeur te zijn van een basisschool; dat het al op 29-jarige leeftijd kwam, was een uitdaging die perfect op mijn pad kwam.’
De schoolleiders opleiding
Met twee andere studenten en één cursusleider begon Coen aan de opleiding. ‘Een enorme luxe positie, omdat we heel veel zaken goed één op één konden bespreken en vaak de diepte in gingen. De begeleiding was goed en onderling was er een prima samenwerking.’ De opleiding bestaat uit 8 modules, waarbij iedere maand een fysieke bijeenkomst is. Deze heeft Coen als erg interessant ervaren, maar de opleiding kreeg hij niet cadeau. ‘De woensdagen waren pittig om van 13.00 uur tot 21.00 uur in de schoolbanken te zitten. Daar kwam behoorlijk wat zelfstudie bij kijken en ook geregeld groepsopdrachten.’ De combinatie met zijn nieuwe functie was enerzijds gunstig, maar aan de andere kant ook zwaar. ‘Alle facetten van het vak directeur zijn aan bod gekomen, maar uiteindelijk leer je het beste in de praktijk. De casussen en vraagstukken waar ik tegenaan liep op school kon ik meteen kwijt in de bijeenkomsten. Het lastige was dat je enerzijds de opleiding wilt afronden en bezig bent met het schrijven van een scriptie, maar anderzijds ook directeur bent en dat zo goed mogelijk wilt doen.’
Wat doet een schooldirecteur nu eigenlijk?
‘Echt een hele hoop! Het is heel veelzijdig. Het primaire proces is iets waar ik veel tijd in steek.’ Dit zijn bijvoorbeeld groepsbezoeken en flitsbezoeken bij leerkrachten en hierover in gesprek gaan. Daarnaast ook het voeren van groepsoverleggen om de ontwikkelingen van de leerlingen te monitoren. ‘Ook schrijf ik ieder jaar een jaarplan met een bijbehorend formatieplan. Hier wordt de hele jaarplanning omheen gebouwd met vergaderingen en studiedagen en dergelijke. Als directeur ben je ook het lijntje tussen de school en allerlei externen. Je kunt hierbij denken aan de MR en ouders, maar ook de dorpsraad en de bibliotheek.’ De financiële administratie en de leerlingenadministratie hoort ook bij de taak als directeur. ‘Ook dit is weer heel breed. Van bonnetjes inscannen tot het zijn van een luisterend oor voor leerkrachten en ouders.’
Dat het schooljaar nooit loopt zoals gepland komt Coen bekend voor. ‘Leerkrachten vallen uit vanwege ziekte en hier moet vervanging voor geregeld worden. Dit is steeds lastiger en soms sta ik zelf weer voor de klas. Ik doe het met heel veel plezier, maar het betekent wel dat mijn werk als directeur blijft liggen. Dat neem ik voor lief, een klas naar huis sturen doe ik niet zomaar!’ Als er echt ruimte over is, houdt Coen zich bezig met de toekomt van de school. ‘Ik schrijf een IKC beleidsplan, maak plannen voor de nieuwbouw en zit in verschillende werkroepen en projecten. Het is belangrijk om te blijven ontwikkelen als school.’
Gymleerkracht
De Kreeke is geen grote school. Daarom heeft Coen ook nog lesgevende taken naast zijn rol als directeur. ‘Op vrijdag geef ik aan alle groepen gymles. Vanwege het aantal leerlingen, mijn sportachtergrond én mijn diploma bewegingsonderwijs was dit een logische keuze. Van groep 1/2 tot groep 7/8, iedere groep heeft iets speciaals. Dat maakt het iedere vrijdag weer enorm uitdagend.’ Het voordeel voor de leerkrachten op de school is dat zij op dat moment niet voor de klas staan. Zij komen dan toe aan administratieve taken. Ik vind het zelf heerlijk om toch nog één dag met de kinderen in de gymzaal te staan en ze te enthousiasmeren en te motiveren. . Op dat moment ben ik echt even Meester Coen die gymles geeft en niet de directeur. Aan het einde van de week geeft het ook een soort van ontspanning en ben ik even niet bezig met vergaderen, bellen, mailtjes beantwoorden, plannen schrijven of gesprekken voeren.’
Coronatijd
Het onderwijs heeft de laatste decennia veel veranderingen doorstaan, waarvan de laatste twee jaar Corona. Dit is niet gemakkelijk geweest in het onderwijs, en Coen geeft graag mee: ‘Corona vergt enorm veel van het onderwijspersoneel. Het vak wordt toch nog steeds ondergewaardeerd onder het motto “een werkdag van 8.30 tot 14.00” of “jullie hebben toch 12 weken vakantie op een jaar, dus wat klagen jullie nou”. Uiteindelijk wordt de basis van ieder kind gelegd op de opvang en in het onderwijs. Juist daarom moet hier genoeg aandacht aan worden geschonken en zou het een vanzelfsprekendheid moeten zijn om deze primaire sector op 1 te zetten en het beste onderwijs en de beste zorg na te streven in plaats van te bezuinigen.’
Een prachtig vak
Maar, ondanks de strubbelingen vind Coen het onderwijs geweldig: ‘Het is een prachtig vak, wat soms enorm veel energie vraagt, maar waarvoor je soms nog meer energie van krijgt. Er is nooit een dag hetzelfde in het onderwijs en dat komt omdat je met kinderen werkt. Kinderen zien groeien in hun zelfvertrouwen als ze na meerdere pogingen uiteindelijk snappen hoe die som werkt of als ze uiteindelijk wel die zweefrol kunnen maken. Die lach op hun gezicht, die blik in hun ogen, de verwondering, maar ook de tranen op het einde van het jaar als ze afscheid nemen, het is allemaal goud waard. Daardoor weet je als leerkracht weer waarvoor je het doet. Af en toe moet je echt engelengeduld hebben, maar als het dan eindelijk lukt met die ene leerling, dan geeft je dat als leerkracht echt een voldaan gevoel.’ Ook geniet hij als directeur ook van de ontwikkeling van leerkrachten. ‘Door die ene tip of dat ene gesprek, zie je leerkrachten soms bewust of onbewust stappen maken en groeien.’ Tot slot wil Coen nog wat meegeven aan iedereen die het onderwijs overweegt: ‘Ga als beginnend PABO student jezelf ontdekken en kijk goed welke groepen jou liggen. Kijk ook naar hoe leerkrachten les geven en neem voor jezelf de zaken eruit die bij jou passen, maar vergeet hierbij niet om bij jezelf te blijven en ontwikkel je eigen manier van lesgeven. Uiteindelijk begint het grote leerproces pas als je afgestudeerd bent. Je zal fouten maken, vallen, maar ook zeker weer opstaan en alles komt in je rugzak terecht die je uiteindelijk vormen tot een goede leerkracht. Elke dag is anders in het onderwijs, dus je gaat jezelf nooit vervelen. Dat mag je lekker doen in de vakanties!’